Simpel gezegd is lassen een techniek om metalen met elkaar te verbinden en is de lasser een vakman of -vrouw die dit uitvoert. Bij het lassen wordt er gebruik gemaakt van warmte en druk om materialen aan elkaar te verbinden. Echter zijn er diverse soorten lastechnieken die gebruikt kunnen worden om metalen met elkaar te verbinden. Dit is niet te vergelijken met solderen. Want hier wordt alleen het toevoegmateriaal vloeibaar gemaakt en niet het materiaal zelf. Bij het lassen wordt het materiaal vloeibaar/deegachtig gemaakt om stevigere verbindingen te leggen met materialen van metaal.
Manieren van lassen
Een (allround) lasser kent vijf verschillende manieren om te lassen:
Booglassen: Het verbinden van materialen door middel van een elektrische plasmaboog. Hierdoor smelt het materiaal en is het mogelijk om deze samen te voegen. Enkele technieken die onder deze manier van lassen vallen zijn: TIG-lassen, MIG en MAG-lassen en lassen met elektroden. In de praktijk zijn MIG- en MAG-lassen het populairst.
Elektrisch weerstandlassen: Bij deze methode is er een combinatie van warmte en druk nodig. Technieken dat lassers hierbij gebruiken zijn: projectielassen, puntlassen, stuiklassen en rolnaadlassen.
Autogeen lassen: Een andere benaming van autogeenlassen is gassmeltlassen. Hierbij is er een speciale brander nodig waar een extreem hete vlam ontstaat dankzij de reactie van acetyleen (zeer brandbaar gas) en zuurstof.
Druklassen: De te verbinden materialen krachtig tegen elkaar gedrukt en verhit indien nodig (warmdruk- en kouddruklassen). Voorbeelden hiervan zijn explosielassen, gasdruklassen, wrijvingslassen en ultrasoon lassen.
Bundellassen: Hierbij bestralen lassers materialen met fotonen (lichtdeeltjes) of elektronen (basisdeeltje van een chemisch element). Voorbeelden hiervan zijn laserlassen en röntgenlassen.
Naast bovenstaande methoden zijn er nog enkele andere methoden die buiten deze categorieën vallen. Dit zijn inductielassen, infraroodlassen, percussielassen en stift- en boutlassen. Hieronder is meer te lezen over de meest voorkomende soorten lastechnieken.
Diverse soorten lastechnieken
Zoals hierboven vermeld zijn er diverse soorten technieken dat lassers gebruiken tijdens het lassen. Hieronder volgt een opsomming van de diverse soorten lastechnieken met bij ieder een toelichting:
TIG-lassen: de afkorting TIG staat voor Tungsten Inert Gas. De IG staat voor het gas die nodig is gedurende dit lasproces. Het woord Tungsten is Engels voor Wolfraam. Deze lastechniek is een proces dat geschikt is voor nauwkeurig laswerk waarbij de lasser zelf het smeltbad in de gaten moet houden en handmatig materialen hieraan moet toevoegen.
MAG-lassen: de afkorting MAG staat voor Metal Active Gas. Dit is een techniek die lassers voornamelijk gebruiken voor laag gelegeerde staal/metaal soorten. Samen met MIG-lassen zijn dit twee van de meest gebruikte lastechnieken in de praktijk.
MIG-lassen: bij MAG-lassen werken lassers met een gas waarmee voornamelijk materialen van staal met elkaar in verbinding gebracht. Bij MIG-lassen is er edelgas nodig. Voornaamste materialen die je met elkaar verbind met behulp van MIG-lassen zijn aluminium en koper.
Plasmalassen: deze lasmethode is vergelijkbaar met TIG-lassen. Beide methoden maken gebruik van plasma. Het vormen hiervan gebeurt door middel van een hoge elektrische spanning.
Druklassen: ook wel kouddruk- of warmdruklassen genoemd. Een techniek die metalen in een koude of warme toestand met elkaar verbind door middel van druk.
Puntlassen: bij puntlassen is er een grote stroom sterkte nodig om materialen aan elkaar te lassen. Dit gebeurt alleen op een klein oppervlakte van het materiaal. Enkele materialen zijn staal, RVS en aluminium.
Taken van een lasser
Lassers die werken en leren tegelijkertijd hebben een grote diversiteit in het dagelijks werk. Over het algemeen zijn dit alle taken waarmee een lasser te maken kan krijgen:
– Het lassen van verbindingen met behulp van MIG-, MAG-, TIG-, projectlassen of een andere lastechniek op basis van werkinstructies of tekeningen waarop de te maken verbindingspunten staan.
– Voorgaand project vaststellen welke (las)apparatuur en/of materialen er nodig zijn.
– Te verbinden materialen reinigen.
– Onderhouden van gereedschappen en (las)apparatuur.
– Snijgereedschap onderhouden en slijpen.
– Rekening houden met bijkomende werkzaamheden zoals zagen, boren, aftekenen, snijbranden, knippen, ponsen en vijlen.
– Rekening houden met veiligheids-, milieu en kwaliteitsnormen.
Werken en leren als lasser
Op de website hebben we één opleiding als lasser met daarin drie verschillende niveaus. Het aanmelden voor de opleiding verschilt per student. Ben jij al in het bezit van een MBO-niveau 2 diploma? Dan mag je beginnen met de MBO-niveau 3 opleiding constructiewerker /allround constructiewerker. Ben je in het bezit van een MBO-niveau 3 diploma? Dan mag je beginnen met niveau 4 technicus engineering (werktuigbouwkunde) of constructie- en plaattechnoloog.
